Naar aanleiding van
een vraag van Gert (Noordwaarts) leg ik even kort uit hoe ik deze foto heb gemaakt.
BenodigdhedenJe hebt nodig:
- camera, bij voorkeur eentje waarmee je wat instellingen kunt wijzigen(kleine sensor verdient de voorkeur, compactcamera is prima);
- objectief ("lens") waarmee je kleine dingen kunt fotograferen, bij voorkeur een macro, maar een HTK*-objectief gaat vaak ook goed;
- statief of een stabiele ondergrond waarop een camera kan worden neergezet bij het ontspannen ("afdrukken"), zakje kersenpitten kan bijv. ook;
- velletje onbeschreven ongekreukt papier, A4 volstaat voor een dergelijk autootje;
- plakband of iets om het velletje papier mee op de plek te houden;
- een Citroën 2CV van Herpa in 1:87 (of een ander object van vergelijkbare afmetingen).
De studioJe begint met het bouwen van de "studio". Dat doe je door het velletje papier zonder het te vouwen, dus met een vloeiende overloop zodanig tegen een opstaande kant (muur of een object) te bevestigen dat er geen schaduwen ontstaan en de voorzijde geschikt is om er het autootje op te zetten. Zorg dat die voorzijde absoluut vlak is, anders krijg je dit:
Merk op dat in dit geval het rechtervoorwiel duidelijk de grond niet raakt.
Plaats je autootje in de studio.
Het statiefJe gaat werken met lange sluitertijden, dus je kunt niet uit de hand fotograferen. Daarvoor kun je een vuistregel aanhouden: je sluitertijd mag nooit langer zijn dan de brandpuntsafstand die je gebruikt. Heb je bijv. een 90mm-objectief dat je volledig ingezoomd gebruikt, dan moet je sluitertijd niet langer worden dan 1/90 seconde. Omdat we een klein object willen fotograferen hebben we bijna nooit voldoende licht, dus wordt de sluitertijd te lang. Je ISO-waarde opvoeren levert vaak een foto die veel korrel bevat (een foto opgebouwd uit lelijke stippen).
Voor langere sluitertijden fotografeer je dus met je camera op een vaste positie, zodat je met de zelfontspanner of een draadontspanner een foto kunt maken zonder dat je die op dat moment aanraakt (want beweging van de camera, dus onscherpe foto). Ik gebruik een statief.
Camera-instelling1. De camera stel ik voor het gemak in op diafragmavoorkeuze (de stand "
A" van Aperture, diafragma). Stand "M" kan ook, maar dat vergt iets meer vaardigheid. Voor de uitleg ga ik van het eerste uit.
2. De ISO-waarde kies ik zo laag mogelijk,
100 ISO. Dat voorkomt dat een waas van ruis ontstaat over de foto ("korrel")
3. Nu kies ik een zo klein mogelijk diafragma. Omdat met reciprokewaarden ("één gedeeld door") wordt gewerkt, kies je dus een zo groot mogelijke waarde. In mijn geval was dat f/
32. Je zult zien dat de sluitertijd daardoor flink is opgelopen. Dat is afhankelijk van een heleboel factoren, maar je zult zeker tussen de 10 en 20 seconden zijn uitgekomen.
4. We maken gebruik van een witte achtergrond. De camera gaat echter voor het bepalen van de juiste belichting uit van een bepaald gemiddelde. Hij "denkt" door de witte achtergrond dat hij flink veel meer licht binnenkrijgt dan in werkelijkheid het geval is. We gaan hem dus "vertellen" dat hij teveel licht binnenkrijgt door de foto te
overbelichten. Voor de meeste camera's zal dat flink zijn, tussen de
2 en 3 hele stops. Mocht je camera die mogelijkheid niet hebben, dan zul je achteraf moeten corrigeren in een fotobewerkingsprogramma om de juiste belichting te krijgen, maar dat gaat doorgaans gepaard met veel kwaliteitsverlies. Door het overbelichten verdwijnt op de foto de structuur van het velletje papier dat we als achtergrond hebben gebruikt en dat is precies de bedoeling. Alleen in de schaduw van het autootje zullen we er nog iets van terugvinden, dus let goed op dat het daar schoon is.
Noot: door het overbelichten loopt de sluitertijd nog verder op. Het komt soms voor dat je daardoor buiten het bereik komt van wat de camera aankan. In dat geval kun je, met mate, de ISO-waarde iets verhogen of je diafragma iets vergroten (kleinere waarde dus).
5. Scherpstellen doen we handmatig, omdat de autofocus van de camera over dergelijke kleine onderwerpen teveel afwijkt en we dat graag zelf in de hand willen houden. Als het autootje precies van opzij wordt gefotografeerd kan de scherpstelling over het gehele oppervlak van de auto ongeveer gelijk zijn. Staat de auto echter deels richting camera, dan maakt het uit waarop wordt scherpgesteld. Kies je bijvoorbeeld de dichtstbijzijnde koplamp, dan loop je de kans dat de achterzijde van de auto onscherp zal zijn. Dat willen we zoveel mogelijk voorkomen, dus ik stel scherp op door voorste naad van de bestuurdersdeur. Met f/32 zal dan ook de neus van de auto nog wel scherp zijn (kijkend door het occulair van je spiegelreflex lijkt dat niet het geval!).
6. Stel de ontspanmethode in op "zelfontspanner" of gebruik een draadontspanner. Richt de camera op de auto en druk af. Nu duurt het even voordat de lens opengaat en een aantal seconden voordat die weer sluit. Even geduld dus.
7. Bekijk het resultaat en stel eventueel de mate van overbelichten bij. Gebruik geen flitser om meer licht te krijgen, omdat je dan hinderlijke reflecties op je onderwerp krijgt. Eventueel kan indirect flitsen of een softbox wel, maar dat is weer een heel nieuw onderwerp.
Je zou nu een vergelijkbare foto moeten hebben aan bovenstaande.
* Huis Tuin & Keuken