RailMagazine 331 plofte gisteren op de mat, dus niets let me om mijn avonturen met de Faulhaber-motoren in Märklin loks nu hier te publiceren.
Eerst maar het artikel zoals dat in RailMagazine 330 stond en daarna komen dan nog wel de volgende loks die dit lot beschoren waren en (nu nog) moeten ondergaan.
Primair gaat dit topic dus over de montage van de Faulhabers in Märklin lokomotieven, maar de verdere pimp van de loks beschrijft ik hier ook
Het eerste slachtoffer
Märklin bracht in 1985 haar eerste model van een loc uit de serie 1600 van de NS op de markt. Het werd de 1631 met het gemeentewapen van‘Voorburg’ en stond t/m 1989 in de catalogus, waarna het in 1992 werd opgevolgd door de 1607.
Uitgerust met een D(rum) C(ollector) M(otor) rijdt de loc redelijk bedrijfszeker, maar zeer luidruchtig met het van Märklin bekende koffiemolengeluid. Daar moest zeker wat aan gebeuren als de loc een tweede leven op mijn baan wilde krijgen.
Op zich kan de kap van de loc er nog wel mee door wat detaillering betreft. Het rooster is te dik, maar wel op de juiste hoogte, in tegenstelling tot de eerste generatie NS 1600-modellen van Roco.
De wielstellen zijn ook mooi gedetailleerd, daar mankeert het niet aan. Waar dan wel aan?
Als eerste het ontbreken van sluitseinen. Daarnaast de belachelijk grote koppelingen. Nu gebruik ik Roco- kortkoppelingen op mijn materieel, dus die koppeling zal sowieso gewijzigd moeten worden.
Er zitten tyfoons op het dak, wat de loc dan meteen in de periode 1981 - 1984/86 plaatst. In de jaren ‘84-’86 werden bij alle locs de kenmerkende konijnenhokken geplaatst.
Ze zitten echter te ver naar achteren op het dak en zijn ook nogal groot uitgevallen. Hier moet dus ook wat aan gedaan worden.
De motorHeel simpel; die gaat er uit! De 1631 is niet de eerste oude Märklin die in digitaal ga maken.
De 1702 ging hem voor en daar heb ik de veldspoel vervangen voor een permanente magneet en een ESU LokPilot 4.0 ingebouwd. Het anker (3 polig) is nog origineel en zou nog vervangen kunnen worden door een 5 polige versie. De loc steekt qua lawaai zo enorm af tegen de rest van mijn materieelpark (Roco, Rivarossi, Liliput, Mehano) dat ik die optie en die van kogellagers aanbrengen in het motorhuis niet zie zitten. Het moet dus anders.
Nu bestaat de mogelijkheid om een klokankermotor in te bouwen. Destijds heeft hierover in Miba spezial 71 een artikel gestaan. Zo’n klokankermotor (ø 20 mm x 17 mm) zou in het huis van de Märklin-motor moeten passen, maar afgaande op wat ik zoal lees op internetfora moet er of een paar tiende mm van de motor worden afgedraaid óf moet het huis van de Märklin-motor een paar tienden ruimer worden gemaakt. Een draaibank heb ik niet, dus op zoek naar alternatieven.
Op de site waar de beoogde motor te bestellen is (
www.lemo-solar.de) vind ik heel veel motoren, waaronder een kleinere van ø15 x 16 mm. Die 15 mm. Zou betekenen dat er niets afgedraaid hoeft te worden, maar opgevuld en die 16 mm. is dan weer net iets gunstiger dan de motor die in de Miba werd gebruikt, omdat daar ook aan de kap gefreesd moest worden om ruimte in de bochten te waarborgen. Is deze sterk genoeg? De Miba-motor heeft een vermogen van 0,4 Watt en werkt tussen de 0,2 en 18 Volt. De door mij gevonden motor (Faulhaber!) slechts 0,3 Watt en doet het tussen de 0,2 en 9 Volt. Nu is die 9 Volt niet zo spannend, dat is wel te regelen met de decoder, maar is het lagere vermogen genoeg om een flinke trein te trekken?
Er is maar één manier om daar achter te komen: proberen…
Bij het Miba-motortje staat de maat van het passende tandwiel vermeld en de firma Lemo Solar levert die ook los. Motor plus tandwiel dus besteld en inclusief verzendkosten worden die voor nog geen €25 per post verzonden.
De Faulhaber motor ø15x16 mm
Het tandwiel heeft een asgat van ø 1 mm, het motortje een as van ø 1,5 mm (of desgewenst 1,6 mm). Nu had ik de eerste besteld, maar ontving ik de laatste. Maakt niet zoveel uit, het tandwiel moet sowieso uitgeboord worden. Met een handboortje lukt dat vrij gemakkelijk. Eerst boren naar 1,5 mm en daarna nogmaals de 1,6 mm boor er door. Dan past het tandwiel mooi strak om het asje. Het was wel eng om zoveel kracht te moeten uitoefenen om hem er op te schuiven, maar het lukte.
Nu nog de motor op de juiste positie fixeren en testen.
Nu heb ik een collega die zelf een 3D-printer heeft gebouwd en hij bood aan een pasring te printen die inwendig de ø 15 mm van de motor heeft en uitwendig de ø 20 mm van het Märklin-motorhuis.
Motorhuis, pasring en Faulhaber
Klemvast gemonteerd, klaar voor de eerste test
Het frameNa eerst getest te hebben met het motortje in het wielstel en de draadjes van de motor rechtstreeks op een regelbare voeding was het tijd voor de volgende stap: het wielstel weer in het frame bouwen. Nu vermoedde ik wel dat er wat materiaal van het frame weggehaald zou moeten worden. Bij de Miba-motor was dat in een 1200-loc behoorlijk wat, las ik ergens op internet.
Aangezien deze motor kleiner is, hoopte ik dat het wellicht minder zou zijn. Na wat passen en aftekenen op naar de schuur waar geen draai- en of freesbank op mij wachtte maar een bankschroef, een ijzerzaag en een arsenaal vijlen om dus klus te klaren. Na een kwartiertje zagen en vijlen was er ruimte genoeg voor de motor en kon het wielstel worden ingebouwd. (1. op de foto van het frame)
Het kale frame ontdaan van overbodige delen
De eerste testNadat een decoder in de loc was gesoldeerd kon er getest worden.
Eerst maar eens de losse loc de hele baan laten rondrijden, d.w.z. alleen het frame zonder de kap.
In mijn baan zitten hellingen tot 2,7%, één zelfs met bogen r=360 mm. De loc rijdt behoorlijk snel op de regelaar van mijn Intellibox en ik durf, gezien de maximum spanning van 9 Volt, de regelaar niet al te ver open te draaien. Zonder problemen rijdt de loc rond!
Tijd voor fase 2; ik hang er 5 stuks Roco Eanos-wagens achter en herhaal de testronde. Geen enkel probleem. Dan nog eens 5 Eanos-en extra er achter. Het loc-frame rijdt met 10 Eanos-wagen keurig zijn rondes over mijn baan. De (rechte) helling wordt zonder morren genomen en wat ook zeer aangenaam is: het motortje is stil! Je hoort de wielen op de rail en dat is het!
Dan de helling met de bogen geprobeerd. Hier loopt het spaak. De trein komt (slippend!) tot stilstand op de helling. De motor trekt het dus nog wel, maar het gewicht van het frame zonder kap is kennelijk te laag.
Voldoende resultaat om het project door te gaan zetten en als eerste een betere bevestiging van de motor aan het wielstel te creëren.
3D printZoals eerder vermeld heb ik het geluk een collega te hebben die een 3D printer heeft en bereid is onderdelen voor mij te tekenen en te printen. Het wielstel en motortje gingen mee naar huis en na het nodige meet- en tekenwerk kwam er een passtuk uit de printer rollen dat in één keer paste. Het passtuk werd vastgezet met een boutje van het originele motordeksel. De motor zelf zit in principe klem in het gat van het passtuk, maar heb ik zekerheidshalve met een drupje verf vastgezet. Nu wordt het motortje precies gecentreerd en steekt zelfs nog iets in het lagergat van het originele Märklin-anker, wat ik wel heb opgeboord naar ø 1,7 mm. Het 8-tandige tandwiel past perfect op de tandwielen in het wielstel met als resultaat een erg stil functionerende aandrijving!
De 3D tekening van het passtuk
Het passtuk gemonteerd en de motor vastgezet
Het wielstel klaar voor inbouw in de lok
OmbouwNu de aandrijving gelukt is, kan de rest van de loc ook worden aangepakt.
Om ook sluitseinen in de loc te krijgen zullen er toch minimaal gaten geboord moeten worden ter plaatse van de op de kap gedrukte imitatie-seinen. Om dit te doen heb ik de kap voorzichtig in een bankschroef geklemd en de bolle imitatie-seinen vlak gevijld. Met een priem een centerpunt in het midden gedrukt en daarna voorzichtig een gaatje van 2 mm geboord met de accuboormachine.
De kap in een veel te grote bankschroef
De kap is nogal dik op die plek, zo’n 5 mm schat ik, dus met een handboortje leek me dat echt ondoenlijk.
De frontseinen zijn origineel met een gloeilampje en een lichtgeleider uitgevoerd. Deze wil ik net als de sluitseinen uitvoeren met LEDs.
Om dit te regelen heb ik een klein printje gezaagd uit een stuk banen-print en de LEDs zo gesoldeerd dat ze op ongeveer dezelfde maat zullen zitten als de gaten in de kap. Het schema heb ik ooit van een collega-modelspoorder gekregen. Ik ben geen elektronicus, maar kan dit dan nog net in elkaar solderen met een werkend resultaat.
De printjes klaar voor de onderdelen
5 LED's, 2 diode's en een hoop draden
De prints worden zo aangesloten dat aan de voorzijde de front- en sluitseinen afhankelijk van de rijrichting wisselen. Ook de frontseinen aan de achterkant (waar de enige koppeling zit) doen hier aan mee via F0. Met F1 schakel je aan beide zijden het rangeersein in (wel via F0 uit doen). Met F2 kunnen dan nog de sluitseinen aan de koppelingszijde aangezet worden als de loc zonder sleep op pad is.
Het printje ingebouwd in de kap
Om de decoder verwisselbaar te houden heb ik ook van banen-print een ‘basisprint’ voor de loc gemaakt, met daarop de weerstanden voor de LEDs, een stekker voor de decoder en stekkerverbindingen met de motor - kan die gemakkelijk gedemonteerd worden - en de verlichtingsprints in de kap.
Het basisprintje voor de decoder en aansluitingen van de front- en sluitseinen
Het basisprintje
Om ruimte te maken voor deze attributen moeten voor- en achter op het frame de houders van de gloeilampjes (2. op de foto van het frame) verdwijnen en een ‘kolom’ (3. op de foto van het frame) waar de originele Märklin-elektronica aan bevestigd was zit ook in de weg voor de basisprint en moet dus plaatsmaken. De ijzerzaag en vijl zijn ook hiervoor weer de gebruikte gereedschappen.
Bedrading tegen de zijkant gelijmd en de stekker er aan gesoldeerd.
Alle nieuwe onderdelen gemonteerd en stekkers er in, de kap kan dicht.
Cosmetische aanpassingenZoals gezegd moeten de Märklin-tyfoons wijken voor Roco-konijnenhokken, die dan op de juiste plaats worden bevestigd met wat seconden-gel. Helaas dekt dit niet de gaten af waar de tyfoons in vast zaten. Om dit niet al te moeilijk op te lossen heb ik een klein vlak plaatje styreen over de gaten geplakt, net achter de tyfoons. Niet geheel naar het grote voorbeeld, maar wel effectief. Beide geschilderd met Humbrol 125 satin wat niet precies de grijze kleur is van de loc, maar zo weinig verschilt, dat ook na hier en daar het originele grijs wat bijschilderen, het vrijwel onzichtbaar is geworden.
Om de voorkant van de loc wat meer ‘smoel’ te geven wil ik de remslangen, die in de basis al in de gegoten metalen kap zijn weergegeven, verlengen.
Daarvoor wordt natuurlijk eerst de Märklin-koppelhaak aan de voorzijde verwijderd.
Waar moeten die slangen aan vast komen te zitten? Dit ‘probleem’ had ik al eerder bij de Märklin 1702, die mijn DD-AR mag trekken/duwen, aangepakt door een stukje styreen onder het metalen frame te bevestigen met 2 M2 schroefjes. Aan dit plaatje heb ik stukjes gebogen lakdraad ø 0,6 mm gelijmd, die het verlengde vormen van de aangegoten remkranen met een stukje slang.
Remslangen aan de voorzijde
De koppelingDe 1631 heeft metalen koppelhaken, wat destijds bij Märklin gebruikelijk was. Zoals gezegd gebruik ik Roco-kortkoppelingen voor mijn treinenbedrijf en liefst zo kort mogelijk gekoppeld.
De eerder genoemde 1702 heeft origineel koppelingen die op dezelfde plek zijn bevestigd, maar van kunststof zijn gemaakt. Van deze 1702 is nog een koppeling over en die gebruik ik nu voor de 1631. Het achterste deel van de (1702) koppeling wordt aan een Roco kortkoppeling gelijmd met seconden-gel. Ter versteviging wordt een klein plaatje styreen aan boven en onderzijde gelijmd. Deze constructie heeft zich al aan de 1702 bewezen en wordt in feite nu gekopieerd voor de 1631.
Dit is nu het kortste wat mogelijk is. In bochten zullen de binnenste buffers elkaar gegarandeerd raken en dankzij het feit dat de buffer van de loc redelijk fors is, gaat dat goed.
Ik rechte lijn en trekkend zal de bufferafstand zo’n 2-3 mm zijn. Gezien het feit dat de loc geen kortkoppel-mechanisme heeft is dit voor mij acceptabel.
De verkorte 'koppelhaak' met Roco kortkoppeling
ConclusieKan er nog meer verbeterd worden aan dit bijna 30 jaar oud model? Zeker wel…
Er kunnen mooiere en meer realistische pantografen worden gemonteerd. Ik sluit niet uit dat dit nog ooit nog eens gebeurt. De roosters zijn, zoals eerder opgemerkt, veel te dik. Dunner maken zie ik op dit moment nog niet zitten. Een kortkoppel-mechanisme monteren zou kunnen. Symoba heeft mooie, kleine exemplaren die wel kunnen passen. Er zal dan ook ruimte gemaakt moeten worden bij het wielstel anders past het zeker niet. Gezien de resultaten van de huidige koppeling zie ik daar echter geen meerwaarde in, de 1631 mag zo weer de baan op.
Snelfilterkoffie en Senseo hebben de koffiemolen uit de keuken verdreven, de Faulhaber was nodig om die ook van zolder te doen verdwijnen… Ik ben er niet rouwig om. Mijn 1631 kan weer jaren mee!