Aan een wiel zonder merktekens kun je een aantal dingen niet goed zien bij het draaien, bijvoorbeeld de uitlijning ten opzichte van de as en ongelijkmatige slijtage. Ik had altijd het idee dat er daarom streepjes op treinwielen zaten, maar dat heb ik geheel zelf verzonnen en
kan dus volslagen fout zijn .
Is het ook
Ik heb me ooit laten vertellen dat die strepen worden aangebracht op wielen waar je af en toe een klap met een hamer op moet geven. Met vier strepen is er altijd wel een zichtbaar als ze ergens onder zitten.
En die klap met de hamer was dan om gebroken wielbanden op te sporen. Volwielen zouden die strepen bij gebrek aan losse wielbanden dus niet hebben.
Maar ondanks dat ik het niet zelf heb verzonnen, kan ook dit volslagen fout zijn.
Is al een stuk beter, maar ook niet helemaal goed. Hieronder dan maar zoals het wel is...
In de spoorwereld heb je twee soorten wielen:
-volwielen, hierbij bestaat het wiel uit één stuk, de groef die je ziet is onderdeel van zo'n volwiel, tot daar mag het wiel slijten:
-gebandageerde wielen, hierbij bestaat het wiel uit een binnenwiel met daaromheen een "losse" wielband. Deze wordt dmv verhitting om de binnenwiel geplaatst, en door de afkoeling ontstaat een stevige verbinding. Die wordt aan de achterzijde van het wiel (de zijde wat je normaal niet ziet) ook nog eens geborgt door een zgn "sprengring", die zorgt ervoor dat de wielband recht op het binnenwiel blijft zitten. Van buiten ziet zo'n wiel er zo uit:
Hieronder een dwarsdoorsnede van zo'n wiel:
De strepen op zo'n gebandageerd wiel geven aan of de wielband wel of niet verschoven is. Die strepen moeten
exact in elkaars verlengde liggen op het wiel. Zijn de strepen verschoven van elkaar, dan is de wielband verschoven ten opzichte van het binnenwiel. Dit kan veroorzaakt zijn door bijvoorbeeld een vaste rem, het wiel wordt dan warm danwel heet, de wielband zet uit, en kan daardoor zijn grip op het binnenwiel verliezen en dus verschuiven (een heel klein beetje te vergelijken met asb van een modeltrein).
Een storingsmonteur/wagenmeester (ook bij goederenwagens, de zelflossers van bijvoorbeeld Railpro hebben nogal eens dit soort wielen) moet dit soort zaken in de gaten houden tijdens een controle van een trein. Worden verspringende merktekens geconstateerd, dan moet ook aan de binnenzijde (tussen de wielen) de sprengring worden gecontroleerd. Is deze nog aanwezig, dan spreekt men van een verschoven wielband. het materieel moet dan naar de werkplaats ter controle, en daar wordt bepaald wat er mee gaat gebueren. Is die sprengring niet meer (geheel) aanwezig, spreekt men van een losse wielband. De betreffende as/draaistel moet dan ter plekke vervangen worden omdat er verder mee rijden uit den boze is.
De klap (is meer een tik) is ook een methode om een losse wielband te ontdekken. Door de tik geeft een goed wiel een heldere klank (bij geloste remmen dan), bij een los zittende wielband geeft die tik een doffe klank. Bij een verschoven wielband hieft dat niet perse een doffe klank te geven, als deze verder weer goed krimpt, zal ook dit wiel een heldere klank geven. Daarom zijn ook die strepen aangebracht.
Je zal hiermee ook wel een gebroken wielband op kunnen sporen, dan is er sprake van heel veel geluk. Ik denk dat wanneer zo'n wielband tijdens het rijden breekt, dit heel snel verder doorbreken.
Ik hoop dat dit een duidelijk verhaal is