Jullie zeggen het...
Inmiddels zijn we een stukje opgeschoten. Ik heb de kap van "de nieuwe" gehaald om eens te kijken hoe het er aan de binnenkant uitzag. Aangezien ik daarvoor een deel van de accesoires toch al moest verwijderen heb ik haar maar direct helemaal gestript van de fantasieversiering.
Tot mijn verrassing trof ik niet de verwachte Zimo-decoder aan, maar een voor mij onbekend exemplaar. Ik denk dat het een Lenz is. Ik realiseerde me later dat de tweerailers destijds ook zonder decoder zijn uitgeleverd. Dit zal dus waarschijnlijk één van die exemplaren zijn. Omdat ik bij voorkeur alle locs technisch gelijk houd betekent dat een verandering in de plannen. Ik ga de decoder uit 2311 over te zetten in de hoop dat het niet die decoder was die in 2311 de problemen gaf. De test later zal het uitwijzen.
Nog even de losse onderdeeltjes in beeld.Het plan om de zwaailichten van 2311 ook over te zetten naar de vervangende loc wordt wel wat lastig. Zoals gezegd zijn ze niet netjes van 2311 gekomen. Bij de 2275 zijn ze niet bijgeleverd. Bovendien heeft de vorige eigenaar een poging gedaan de gaatjes te dichten en dat is niet helemaal lekker gegaan.
Ik ben er niet tevreden mee hoe dat er nu uitziet, maar eerst maar eens proberen technisch alles op orde te krijgen, dan kijken we daar later wel eens naar.
Aangezien "de nieuwe" geen sleper gaat krijgen, maar gevoed gaat worden via de koppelingen door de andere locs leek het mij een goed idee haar niet vooraan in het kwartet te laten rijden, maar ergens in het midden. Op die manier krijgt ze prik van twee kanten en dat zal de betrouwbaarheid alleen maar ten goede komen. 2311 had aan de voorzijde de Digikeijs-set en het volledige hang- en trekwerk. Bovendien was aan die kant de NEM-schacht verwijderd. Haar vervangster gaat in het midden meerijden, waardoor één van de gezusters de koppositie moet gaan overnemen. Aangezien 2224 en 2225 beiden van A-sein zijn voorzien en het Digikeijs-setje omgekeerd L toont, komt daarvoor alleen 2305 in aanmerking. Dat is altijd de laatste in de rij geweest. Deze exercitie heeft dus gevolgen voor drie locs:
- 2275 krijgt de nummerschildjes van 2311, moet elektrisch worden aangepast voor 3-railbedrijf en wordt aan beide zijden voorzien van stroomvoerende koppelingen. De decoder uit 2311 wordt overgeplaatst naar deze loc.
- 2224 gaat verhuizen naar de laatste positie. Zij moet één van de stroomvoerende koppelingen, die aan cabinezijde, afstaan aan 2275. Aangezien ik dan toch bezig ben vervang ik meteen overblijvende lelijke blauwe draad door een mooie dunne zwarte.
- 2305 wordt het nieuwe boegbeeld. Zij is al aan één zijde van stroomvoerende koppelingen voorzien. Het Digikeijs-verlichtingssetje uit 2311 wordt bij haar ingebouwd.
Het aanpakken van de techniek heeft zoals gezegd prioriteit. Dat betekent dus omzetten van de bedrading van tweerail- naar drierailconfiguratie. Zoals Jakop al suggereerde is het een goed idee de bedrading van de ene zijde van de wielen bij te prikken bij de andere. Op die manier wordt de loc geschikt voor massadetectie en heeft een betere stroomopname. Zo gezegd, zo gedaan. Bovendien blijkt dit ook de oplossing te zijn die Roco zelf heeft toegepast, zo zag ik bij de 2311. Natuurlijk is ook de stroomvoerende koppeling huifzijde overgezet en met een draadje aan de positie op de printplaat gesoldeerd waar voorheen de "tweeraildraad" zat. In tweede instantie volgt ook cabinezijde natuurlijk, met de koppeling van 2224.
De decoder uit 2311 wordt ingeprikt in de daarvoor bedoelde socket en een bescheiden proefritje gemaakt, gekoppeld aan 2305. Dat ging prima.
De nummerschildjes van wijlen 2311 moeten worden veiliggesteld. De waren ooit aangebracht met Micro Kristal Klear. De kap, of wat daarvan over was, heeft een nachtje liggen weken in een waterbadje met een drupje Dreft (genoeg voor de hele afwas
). Daarna kwamen ze er met lichte overredingskracht keurig netjes af.
Natuurlijk moest 2275 eerst van haar identiteit ontdaan worden. Dat gebeurde met het typmachinepotlood.
Bij het sluiten van de kap stuitte ik nog op een onvolkomenheid. De kap huifzijde wijkt namelijk naar binnen. Dat heeft twee gevolgen. De belangrijkste is natuurlijk dat de kap daardoor moeizaam sluit, maar optisch heeft het ook consequenties: de seinen liggen een heel stuk naar binnen doordat de lichtgeleider naar binnen wordt gedrukt. Besloten werd de verlichting te verwijderen en van de lichtgeleiders alleen de glaasjes te gebruiken. Op die manier konden ze precies worden gepositioneerd.
Wellicht ga ik de cabinezijde ook op die manier aanpassen, want dat zint me ook niet echt. Aan die kant moet wel meer gebeuren, want ook de plek van het zwaailicht vind ik niet fraai. De schildjes van 2311 werden aangebracht, waarmee 2275 een neiuwe identiteit kreeg. Het resultaat tot dusver:
Wordt vervolgd.